Sla navigatie over

‘Mevrouw Rutten, u zit in de overgang'

Waarom weten we zo weinig over vrouwen met lichamelijke klachten tijdens de perimenopauze? En waarom blijft een aangepaste (hormonen)behandeling vaak uit? Gwendolyn Rutten pleit voor een onderbouwd menopauzebeleid.

Waar zal ik beginnen? Bij mijn ontreddering? Bij de vreemde tocht die ik het voorbije jaar heb afgelegd? Bij het onbegrip en de angst die ik – een vrijgevochten, zelfstandige vrouw – toch nog heb om hierover te praten? Laat me teruggaan naar die zomerochtend, enkele weken geleden, om twintig na zeven. Ik zat in de auto aan de kant van de weg en huilde tranen met tuiten. Niet van verdriet, maar van opluchting. Voor het eerst in ongeveer een jaar was ik ervan overtuigd dat ik niet gek aan het worden was. Ik had immers mijn diagnose gekregen: ‘Mevrouw Rutten, u zit in de overgang.’ Perimenopauze heet dat in het jargon. Je kan niet geloven hoeveel opluchting en openbaring dat gaf.

Natuurlijk weet ik wat de menopauze is – of dat dacht ik toch – maar daar was ik medisch gezien toch nog niet aan toe? Dat er ook zoiets bestaat als een turbulente, onduidelijke en ronduit vervelende aanloop naar de menopauze, dat was me ontgaan.


Leven in een vreemd lijf

Het afgelopen jaar heb ik, zoals veel andere vrouwen, gekampt met kleine en grote kwalen. Elk op zich niet ernstig, maar alles samen ronduit storend voor de levenskwaliteit van mezelf en mijn omgeving. Ik ben 48 jaar en tot voor kort voelde ik me op het toppunt van mijn kunnen. De eerste 47 jaren van mijn leven had mijn lichaam me nooit eerder in de steek gelaten. Nu voelde het alsof ik in een vreemd lijf moest leven.

Mijn klachten waren fysiek, maar begonnen op den duur ook emotioneel door te wegen. Ik herkende mezelf soms niet meer.

Na de opluchting van de diagnose ben ik beginnen lezen. Om mezelf te informeren. Waarom wordt hier zo weinig over gepraat? Vanwaar de aanname dat ‘vrouwen hier maar mee moeten leren leven’? Waarom weten we er zo weinig over, ook al bestaat de helft van onze populatie uit vrouwen en leven we allemaal steeds langer, wat de impact op veel vrouwen enorm maakt.

Het boek Menopauze van de Gentse professor Herman Depypere deed mijn ogen opengaan. Zijn onderzoek toont aan dat vrouwen geholpen kunnen worden, op voorwaarde dat we het taboe van de (peri)menopauze doorbreken en tot behandeling durven over te gaan.

Slechts een minderheid van de vrouwen heeft helemaal geen klachten in de (aanloop naar de) menopauze. Vrouwen kennen de term, maar verder dan de foute inschatting dat het om een tijdelijke fase gaat, met ‘vapeurs’, komen we meestal niet. Heel vaak worden klachten niet of fout behandeld. Wie slaapproblemen heeft, krijgt een slaapmiddel voorgeschreven. Wie spierklachten heeft, moet geduld hebben. Aan gewicht winnen, wordt een kwestie van luiheid, ouderdom of een gebrek aan discipline genoemd. Wie down is, heeft een burn-out of krijgt antidepressiva voorgeschreven. Zelden wordt het volledige plaatje gezien.

De klachten beginnen op het moment dat die vrouwen nog actief zijn op de arbeidsmarkt. Na jaren zwoegen om gezin en job te combineren, na leren en investeren, na zorgen en goochelen met tijd, breekt eindelijk het moment aan om als vrouw je ervaring te laten gelden en professioneel (nog) een trapje hoger te schakelen. En net op dat moment kun je door de hormonen niet meer op je lichaam rekenen. De gevolgen zijn enorm, voor jezelf en je omgeving maar ook voor de samenleving.

Jaar na jaar stellen we vast dat steeds meer mensen langdurig ziek zijn, vaak door burn-out of depressie. Tussen 2016 en 2021 steeg het aantal burn-outs en depressies met 46 procent. Twee derde van die groep is vrouw. En nog steeds wordt de link met de veranderende hormonenproductie die iedere vrouw doormaakt, nauwelijks gelegd. Dat is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk.

In de Senaat werd de problematiek het voorbije jaar besproken. CD&V-senator Karin Brouwers en enkele andere collega’s dienden er een resolutie in, waarin gevraagd wordt om een onderbouwd menopauzebeleid uit te bouwen. Ik wil die vraag zo luid mogelijk kracht bij zetten. Er is dringend actie nodig op alle beleidsniveaus, vanaf de opleiding tot de praktijk, van preventie tot gezondheidszorg, van de arbeidsvloer tot in de huiskamer.

Nog te vaak is het mannenlichaam de standaard in de medische en farmaceutische wetenschap. Vanwege hun hormonale cyclus zijn vrouwenlichamen complex en onvoorspelbaar. Dat maakt medische onderzoeken te duur. Er komt verandering in die aanpak, maar die trendbreuk gaat langzaam en er is vooral heel veel onwetendheid, ook over de mogelijke behandeling.

Vrouwen hoeven deze klachten niet te ondergaan, te verdragen of te verbergen. Professor Depypere toonde met zijn onderzoek aan dat met natuurlijke hormonen heel wat klachten kunnen worden aangepakt. In plaats van uit te vallen, worden ze superpresteerders op de arbeidsmarkt. Ze doen het dan zelfs beter dan de referentiegroep van jonge mannen (of wat had u gedacht?).


Taboes doorbreken

In een recente wetenschappelijke publicatie, in samenwerking met de Universiteit van Parijs, bleek hormonenbehandeling in de (peri)menopauze effectief in de strijd tegen dementie bij vrouwen. Toch dringt deze optimistische boodschap in Vlaanderen nauwelijks door en neemt angst nog vaak de overhand.

Ik ben geen arts of wetenschapper en zal niemand zeggen of voorschrijven wat ze moeten doen. Als politica wil ik wel dat de taboes doorbroken worden, dat erover gesproken en nagedacht wordt. Dat er voldoende middelen worden ingezet voor wetenschappelijk onderzoek, zeker als het voor de farma-industrie te complex of te duur is. Als vrouwen geholpen worden, zal elke euro belastinggeld zich dubbel en dik terugverdienen.

Voor mij persoonlijk maken natuurlijke hormonen een wereld van verschil. Ik ben opnieuw mezelf. Mijn lichamelijke klachten zijn verbeterd en dat heeft ook een positieve invloed op hoe ik functioneer, thuis en op mijn werk.

Het is wetenschappelijk bewezen dat vrouwen, in plaats van moe te worden of uitgeblust te raken, met de juiste behandeling naar het toppunt van hun kunnen gaan tijdens de (peri)menopauze. Het worden opnieuw uitstekende arbeidskrachten en voelen zich opnieuw goed in hun vel als vrouw, partner of ouder.

In plaats van over onze hoofden heen debatten te voeren over vrouwen op de arbeidsmarkt, zouden we beter tijd en energie steken in het doorbreken van dit maatschappelijk relevante taboe. We moeten als samenleving eerst een juiste diagnose stellen en de veranderingen in vrouwenlichamen erkennen. Dan kunnen we samen werk maken van een beleid dat uitgaat van vrouwen en dat rekening houdt met vrouwenlichamen en de veranderingen die daarbij horen. Niet langer afgeschreven, maar geholpen worden. Niet weglachen, maar sterker maken. Niet zwijgen, maar praten. Wat goed is voor de helft van de bevolking, zal ons allemaal beter maken.


Plaats als eerste een reactie

Controleer je email om je profiel te activeren